Een cruciaal onderdeel van architectuur is het modelleren. Een model is een vereenvoudigde afbeelding van de werkelijkheid die voor een bepaald gebruiksdoel wordt gemaakt.
Binnen de IT architectuur kan een model zeer krachtig zijn. Een model kan antwoord geven op vragen als:
- Hoe gegevens worden vertaald tot informatie voor klanten.
- Hoe gegevensstromen worden bewerkt.
- Hoe het systeemlandschap kan worden geoptimaliseerd.
- Hoe de verschillende objecten in een infrastructuur met elkaar samen hangen.
- Welke stappen van een proces door IT voorzieningen wordt ondersteund.
- Wat de impact is van verstoringen in de IT op de klanttransacties.
Er zijn vele verschillende soorten modellen. Bijvoorbeeld:
- Beschrijvende modellen
- Verklarende modellen
- Voorspellende modellen (bijvoorbeeld kansmodellen, deterministische modellen)
De modelcyclus, ofwel het proces van modelconstructie kent drie hoofdfasen:
1- Abstractie: selecteren van significante relaties
2- Deductie: na de constructie volgt een analyse van het model die leidt tot bepaalde conclusies
3- Realisatie: conclusies vertalen in toetsbare uitspraken omtrent het originele systeem.
- Validatie. Dit betekent toetsen van conclusies uit deductie op validiteit, ofwel: Is het model valide (geldig) is.
- Implementatie. Als model valide is kan implementeren starten.
Validatie van een architectuurmodel kan gebeuren door het laten beoordelen van het model door inhoudelijke experts. Deze hoeven niet per definitie betrokken te zijn binnen het project of de organisatie. Sterker nog: In bepaalde gevallen is een externe expert review belangrijker dan een review vanuit betrokken stakeholders.
Modelbouw kent bij architectuur een aantal stappen. Kortweg zijn de belangrijkste fasen bij het bouwen van een model:
- Maak voor jezelf duidelijk wat het gebruiksdoel van het systeem is wat je ontwerpt.
- Bepaal de grens tussen het systeem en de omgeving.
- Stel vast op welk aggregatieniveau naar het systeem wordt gekeken.
- Geef aan wat voor aspectsystemen van belang zijn.
- Geef aan welke modelbouwtaal je gebruikt. Naast een formele modeltaal is ook een modelafbeelding mogelijk zonder formele regels, bijvoorbeeld door gebruik van ‘rich pictures’ om een situatie over te brengen.
- Maak expliciet welk model je kiest:
- Abstract
- Concreet
Ieder model dat wordt gemaakt om een beter inzicht in de werkelijkheid te verkrijgen houdt direct al een beperking in. Een simplificatie van die werkelijkheid. Vanuit architectuur is het cruciaal om duidelijk te zijn over de genomen modelleringsbeslissingen. Vanuit architectuur worden vaak verschillende modellen gemaakt. Deze geven antwoord op vragen als wat is de werking van de oplossing, hoe hangen de onderdelen van de oplossingen samen en waarmee wordt de oplossing gerealiseerd.
Maar voorop bij ieder model dient te staan: Het doel van het model. Waarvoor en voor wie wordt het model gemaakt. Als het antwoord op deze vraag niet duidelijk is, is ieder model goed of fout, afhankelijk van de toevallige gebruiker.